Veiligheidsoogjes zijn halve bolletjes of schijfjes van plastic met een steeltje eraan. Dit prik je door je haakwerk heen en maak je aan de binnenkant van je haakwerk stevig vast met een sluitringetje, vandaar de naam veiligheidsoogjes.
In dit artikel lees je hoe je veiligheidsoogjes goed en stevig vastmaakt aan knuffels of andere haakprojecten.
Ook leer je hoe je te werk moet gaan als je grotere oogjes (met een dikker steeltje) wil bevestigen aan strak gehaakte projecten zonder ze stuk te maken.
Bepalen Waar de Oogjes Moeten Komen
Als eerste moet je bepalen waar je de oogjes gaat plaatsen. Soms wordt de plek aangegeven in je patroon en soms kies je de plek zelf.
Als je van tevoren al precies weet waar de veiligheidsoogjes moeten komen, leg dan tijdens het haken alvast een markeerdraadje op de juiste plek.
Haak altijd een paar toeren verder door dan de toer waarin de oogjes moeten komen, anders komen de oogjes misschien in de weg te zitten bij het haken.
Veiligheidsoogjes Bevestigen
Als je redelijk strak haakt, zal je de steken waar je de oogjes plaatst iets wijder moeten maken. Dan kan je het steeltje van de oogjes makkelijker tussen de steken door duwen.
Gebruik daarvoor een steeds dikkere haaknaald. Duw eerst de haaknaald waarmee je het haakwerk hebt gemaakt door het gat waar je het oogje gaat plaatsen.
Herhaal dit met een steeds iets grotere haaknaald, totdat het gat groot genoeg is om het steeltje erdoorheen te duwen.
Duw het oogje door het gat totdat het plat op het haakwerk ligt. Schuif dan aan de binnenkant het sluitringetje om het steeltje heen. Duw het ringetje strak om het steeltje heen totdat het het haakwerk raakt. Nu heb je je veiligheidsoogje stevig bevestigd.
Grote Veiligheidsoogjes in Kleine Steken Plaatsen
Grotere veiligheidsoogjes hebben doorgaans ook een veel dikker steeltje waar het ringetje omheen moet. Als je strak haakt, lukt het niet om het gat groot genoeg te maken voor het steeltje.
Weet je van tevoren al waar je de veiligheidsoogjes wil plaatsen, dan kan je de volgende werkwijze volgen om te zorgen dat je je haakwerk achteraf niet beschadigt.
Als je bij de plek aankomt waar je later een veiligheidsoogje wil plaatsen, haak dan niet direct de volgende steek, maar eerst 1 losse en daarna de volgende steek in de 2e steek van het haakwerk – je slaat dus 1 steek over.
De losse vormt een brug tussen de ongebruikte steek. Zo heb je al meteen een groter gat om later je grote veiligheidsoogje in te stoppen.
Als de oogjes echt heel groot zijn, kan je natuurlijk ook meerdere lossen haken en hetzelfde aantal steken overslaan voor een nog groter gat.
Sla altijd evenveel steken over als dat je lossen haakt, zodat de toer wel het juiste aantal steken heeft.
Veiligheidsoogjes Losmaken
Als je de oogjes al hebt bevestigd en je haakwerk nog niet is afgewerkt, maar je niet blij bent met de plek waar de oogjes zitten, dan kan je een paar dingen doen.
Het makkelijkst is de sluitringetjes doorknippen. Meestal kan je ze er niet meer af trekken, omdat ze zo stevig aan de oogjes vastzitten. Als je de ringetjes hebt opengeknipt en verwijderd, kan je de oogjes uit het haakwerk halen.
Maar als het oogje te strak vastzit, is je enige mogelijkheid om het steeltje aan de binnenkant vlak bij het haakwerk af te knippen. Daarna haal je de rest van het oogje eruit.
Heb je je haakwerk al gevuld en afgewerkt, dan kan je nog proberen om de oogjes van de buitenkant met een tangetje te breken en ze er dan uit te trekken.
Daarna kan je op een andere plek nieuwe oogjes plaatsen, maar je kan ze dan niet meer vastmaken met een sluitringetje, tenzij je je haakwerk weer losmaakt.