Heb je je weleens afgevraagd waarom de steken van je haakwerk er zo anders uitzien dan in de instructies, vooral bij amigurumi? Zie je een verschil tussen deze twee gehaakte bollen?
Dat komt waarschijnlijk doordat je aan de “verkeerde” kant haakt en de achterkant dus naar voren zit. Welke kant je uiteindelijk gebruikt kan je zelf kiezen, het hangt van je eigen smaak af welke je mooier vindt. Maar er zijn wel wat verschillen tussen de “verkeerde“/achterkant en de “goede“/voorkant.
De Voorkant en de Achterkant Herkennen
Als je heen en weer haakt wissel je steeds van de voor- naar de achterkant, maar als je in het rond haakt blijf je steeds aan dezelfde kant, waardoor de steken er aan de ene kant anders uit komen te zien de aan de andere kant.
Links zie je de voorkant oftewel “goede” kant en rechts de achterkant oftewel “verkeerde” kant. Een duidelijk verschil is dat de voorkant bestaat uit kleine V’tjes, terwijl je aan de achterkant rechte horizontale lijnen ziet.
Het keuzemoment komt als je van een platte vorm (bijv. een cirkel) overgaat in een driedimensionaal haakwerk (als je cirkel een bal wordt).
Als de “verkeerde” kant nu aan de binnenkant van de bal zit, komt de “goede” kant aan de buitenkant van je amigurumi te zitten. Heb je de “goede” kant buiten zitten, dan is de “verkeerde” kant zichtbaar.
Als je het verschil moeilijk kan zien, kijk dan naar de richting waarin je haakt, tegen de klok in of met de klok mee.
De volgende truc kan je helpen om altijd aan de “goede” kant te haken.
GOEDE KANT: je haakt met de klok mee.
VERKEERDE KANT: je haakt tegen de klok in.
Redenen om aan de “Goede” Kant te Haken
Welke kant jij mooier vindt en gaat gebruiken bepaal je uiteraard zelf. Maar er zijn een paar redenen om aan de “goede” kant te haken.
Als de “verkeerde” kant/achterkant aan de buitenkant zit, wordt je haakwerk meer naar binnen getrokken en wordt de vorm minder perfect.
Ook moet dan je haaknaald altijd van binnen naar buiten door de steken heen, waardoor je er soms moeilijker bij kan. Dat merk je vooral als je nog maar een klein gat hebt om in te haken.
Haken aan de “goede” kant is vaak makkelijker, omdat je je haaknaald dan van buiten naar binnen door de steken duwt en er geen andere steken in de weg zitten die ze blokkeren.
Als je de zogenaamde onzichtbare mindering gebruikt, wat bij knuffels wordt aanbevolen, wordt dat een lelijke plek tussen de steken als je de “verkeerde” kant buiten hebt – hij is dan dus niet meer onzichtbaar.
En het allerbelangrijkste punt is dat er in de meeste amigurumipatronen aan de “goede” kant wordt gehaakt. Als je dus hetzelfde resultaat wil krijgen als in het patroon, zorg dan dat dezelfde kant aan de buitenkant komt, waarschijnlijk de “goede” kant.
