De Mini Noso, het kleinste haak pop dat helemaal af is ZONDER te naaien!
Zo zorg je dat je Noso er uiteindelijk net zo uitziet als op deze foto’s, zonder dat armen, benen en hoofd op een andere plek zitten vanwege verspringingen bij het naaien.
Noso staat voor “no sew”, oftewel “zonder naaien”.
Bij het haakpatroon poppetje uit één stuik wordt gebruikgemaakt van vasten en wordt in spiraal gehaakt en is een eenvoudig patroon.
De afgebeelde amigurumi pop is gehaakt met het garen “Schachenmayr Catania” met een haaknaald van 2,5 mm en is staand 5,5 cm hoog.
Gratis Mini Gehaakte Pop Haakpatroon
LET OP: Het patroon, in zijn geheel of gedeeltelijk, mag niet worden gepubliceerd, doorverkocht, vertaald, gewijzigd of op welke manier dan ook worden verspreid.
Gebruikte Technieken
- Opzetlus
- Magische Ring
- Vaste (v)
- Meerderen
- Minderen
- Haak in de Voorste en Achterste Lus
- Openingen Sluiten
Benodigdheden
Klik op de betreffende link om de materialen te bestellen (reclamelink).
- Kleuren: beige
- Dit patroon wordt gehaakt met het garen “Schachenmayr Catania” (100% katoen, lengte: 125 m, gewicht: 50 g, garendikte: Sport – 5-ply / Fine (2)) in de volgende kleuren:
- Zacht Abrikoos (Soft Apricot (263))
- Haaknaald van 2,5 mm
- Vulmateriaal
- Schaar
- Wolnaald
- Steekmarkeerder
Haak het Hoofd, het Bovenlichaam en het Eerste Been
Het eerste gedeelte dat in één keer wordt gehaakt, bestaat uit het hoodf, het bovenlichaam en het 1e been. Alles wordt in spiraal gehaakt met vasten in de kleur Zacht Abrikoos.
Afgezien van het hoofd kan je de onderdelen van het lichaam het beste pas vullen nadat alle ledematen af zijn.
Vink de hokjes aan om bij te houden welke toeren en stappen je al hebt afgerond.
- Haak het hoofd in spiraal in de kleur Zacht Abrikoos.
- Toer 1: 6 v in de magische ring (6 steken).
- Toer 2: 2 v in elke steek (12 steken).
- Toer 3: 2 v in elke 2e steek (18 steken).
- Toer 4: 1 v, 2 v in de volgende steek, [2 v, 2 v in de volgende steek] x 5, 1 v (24 steken).
- Toer 5: 2 v in elke 8e steek (27 steken).
- Toer 6: 27 v (27 steken).
- Toer 7: De 2 markeerdraden die in deze toer worden gebruikt, geven de plek aan waar later de veiligheidsoogjes worden bevestigd. 6 v, 1 v met markeerdraad, 4 v, 1 v met markeerdraad, 15 v (27 steken).
- Toer 8-9: 2 toeren, 27 v per toer (27 steken).
- Toer 10: 2 v in elke 8e steek (24 steken). Gebruik je veiligheidsoogjes, bevestig die dan nu op de plek van de markeerdraden.
- Toer 11: 1 v, 2 v samen, [2 v, 2 v samen] x 5, 1 v (18 steken).
- Toer 12: Vul het hoofd met vulmateriaal. Elke 2e en 3e v samen (12 steken).
- Toer 13: Elke 2 v samen (6 steken).
- Toer 14: Haak de hele toer alleen in de voorste lussen. 2 v in elke steek (12 steken).
- Toer 15: 2 v in elke 2e steek (18 steken).
- Toer 16: Vul het hoofd verder aan met vulmateriaal als er nog ergens ruimte is. 1 v, 2 v in de volgende steek, [2 v, 2 v in de volgende steek] x 5, 1 v (24 steken).
- Er zit nu een cirkel van 24 steken aan het hoofd. Deze steken verdeel je in 3 gedeelten. In de twee kleinere gedeelten, die elk uit 6 steken bestaan, worden later de armen gehaakt en vanuit het grotere gedeelte, van 12 steken, het lichaam.
- Toer 17: Om de gedeelten uit elkaar te halen, ga je als volgt te werk: Maak ruimte voor de 1e arm. Die ruimte bestaat uit 6 steken. Haak eerst 1 vaste. Steek de haaknaald dan door de 7e steek vanaf de naald, terwijl de naald nog steeds in de laatst gehaakte steek zit. Sla dus 6 steken over en steek de naald dan door de 7e steek.
- Trek de draad aan en haak 1 vaste. Nu heb je de 1e ruimte voor een arm gemaakt.
- Haak nu 5 vasten langs het lichaam. Maak dan het gat voor de 2e arm, ook dit bestaat uit 6 steken. Dit doe je op dezelfde manier als bij de 1e arm. Sla 6 steken over en steek de haaknaald door de 7e steek. Trek de draad aan zodat de 6 steken apart blijven en haak 1 vaste.
- Haak dan weer 4 vasten. Nu heb je in totaal 12 steken gehaakt en de twee openingen voor de armen voorbereid (12 steken).
- Toer 18: 2 v in elke 3e steek (16 steken).
- Toer 19: 16 v (16 steken).
- Toer 20: Haak nu het 1e been. Elk been bestaat uit 6 steken. Haak eerst 5 vasten.
- Om het 1e been te haken, steek je de naald tegen de klok in geteld door de 6e steek vanaf de naald, en haak je 1 vaste (6 steken).
- Toer 21: 2 v in elke 2e steek (9 steken).
- Toer 22: 1 v, 2 v in de volgende steek, [2 v, 2 v in de volgende steek] x 2, 1 v (12 steken).
- Toer 23: Elke 2 v samen (6 steken).
- Afwerken: Knip de draad ruim af zodat je later de voet kan dichtmaken.
Haak het Tweede Been
Haak het 2e been in spiraal verder met vasten in de kleur Zacht Abrikoos.
- Haak het been in spiraal in de kleur Zacht Abrikoos.
- Toer 1: Steek de haaknaald door de 3e steek na het 1e been. Sla de draad in de kleur Zacht Abrikoos om de naald en haal door de steek waar je de naald zojuist in hebt gestoken.
- Haak dan 1 v in de 6e steek vanaf de naald – tegen de klok in geteld. Haak 5 v, haak de laatste v in dezelfde steek waar je de draad doorheen hebt gehaald (6 steken).
- Toer 2: 2 v in elke 2e steek (9 steken).
- Toer 3: 1 v, 2 v in de volgende steek, [2 v, 2 v in de volgende steek] x 2, 1 v (12 steken).
- Toer 4: Elke 2 v samen (6 steken).
- Afwerken: Knip de draad ruim af zodat je later de voet kan dichtmaken.
Haak de Eerste Arm
Beide armen worden, net als het vorige gedeelte van de pop, met vasten in spiraal gehaakt in de kleur Zacht Abrikoos.
- Haak de 1e arm in spiraal in de kleur Zacht Abrikoos.
- Toer 1: Steek de naald door de steek die zit op de plek van de “oksel”. Sla de draad in de kleur Zacht Abrikoos om de naald en haal hem door de steek waar je zojuist in hebt gestoken. Steek de haaknaald dan vanaf de voorkant door de tegenoverliggende steek in de “oksel” en haak 1 v. Haak nog 5 v. Haak de laatste v in dezelfde steek waar je de draad doorheen hebt gehaald (6 steken).
- Toer 2: 2 v in elke 2e steek (9 steken).
- Toer 3: 1 v, 2 v in de volgende steek, [2 v, 2 v in de volgende steek] x 2, 1 v (12 steken).
- Toer 4: Elke 2 v samen (6 steken).
- Afwerken: Knip de draad ruim af zodat je later de arm kan dichtmaken.
Haak de Tweede Arm
De 2e arm haak je op dezelfde manier als de 1e arm. De 2e arm wordt in spiraal gehaakt met vasten in de kleur Zacht Abrikoos.
- Haak de 2e arm in spiraal in de kleur Zacht Abrikoos.
- Toer 1: Steek de naald door de steek die zit op de plek van de “oksel”. Sla de draad in de kleur Zacht Abrikoos om de naald en haal hem door de steek waar je zojuist in hebt gestoken. Steek de haaknaald dan vanaf de voorkant door de tegenoverliggende steek in de “oksel” en haak 1 v. Haak nog 5 v. Haak de laatste v in dezelfde steek waar je de draad doorheen hebt gehaald (6 steken).
- Toer 2: 2 v in elke 2e steek (9 steken).
- Toer 3: 1 v, 2 v in de volgende steek, [2 v, 2 v in de volgende steek] x 2, 1 v (12 steken).
- Toer 4: Elke 2 v samen (6 steken).
- Afwerken: Knip de draad ruim af zodat je later de arm kan dichtmaken.
De Mini Poppetje in Elkaar Zetten
Vul het lichaam: Als je het lichaam hebt gehaakt, vul je het op en maak je de openingen dicht. Vul eerst het lichaam met vulmateriaal via de openingen bij de armen en benen, en vul daarna de ledematen op.
Maak de openingen dicht: Nadat je het lichaam helemaal hebt gevuld, ga je de openingen dichtmaken. Naai eerst de 4 steken in het kruis van het poppetje aan elkaar vast.
Maak daarna de openingen voor de armen en benen dicht.
KLAAR!
