Hier leer je hoe je een puffsteek (moessteek, moesje) haakt. Een moesje bestaat uit 4 onafgemaakte halve stokjes die je in dezelfde steek haakt en daarna in één keer afmaakt.
Met de puffsteek maak je een klein bobbeltje dat aan beide kanten van je haakwerk kan vallen, afhankelijk van de kant waar je het heen duwt.
Moesjes zijn ideaal om leuke details of versieringen toe te voegen aan je amigurumi of andere haakprojecten.
Uitleg over andere steken die volume te creëren in je haakwerk vind je hier:
De Puffsteek
Gebruikte Technieken
Benodigdheden
Klik op de betreffende link om de materialen te bestellen (reclamelink).
- Kleuren: blauw
- Dit patroon wordt gehaakt met het garen “Schachenmayr Catania” (100% katoen, lengte: 125 m, gewicht: 50 g, garendikte: Sport – 5-ply / Fine (2)) in de volgende kleuren:
- Capri (Capri (384))
- Haaknaald van 2,5 mm
De Puffsteek Haken
In deze les wordt het moesje “heen en weer” gehaakt. Je kan moesjes natuurlijk ook spiraalsgewijs haken of in het rond met afgesloten toeren. Het haakwerk tot nu toe bestaat uit vasten.
Vink de hokjes aan om bij te houden welke toeren en stappen je al hebt afgerond.
- Stap 1: Sla de draad om en duw de naald door de volgende steek, sla weer om en haal door de steek waar je zojuist doorheen hebt gestoken. Je hebt nu 3 lussen op je naald.
- Stap 2: Herhaal stap 1 nog 3 keer (in totaal dus 4 keer), steeds in dezelfde steek. Je hebt nu 9 lussen op je naald.
- Je kan stap 1 ook minder vaak herhalen voor een platter moesje, of vaker dan 4 keer voor een boller moesje.
- Haak dus stap 1 nog een keer, voor de volgende herhaling: sla de draad om, steek de naald door dezelfde steek als hiervoor, sla om en haal door.
- Stap 3: Je hebt nu 9 lussen op je naald. Sla om en haal door alle 9 lussen op je naald. Sla weer om en haal door de lus op je haaknaald. Je haakt dus 1 losse. Nu is je moesje in principe af.
- Stap 4: Hoe het moesje er uiteindelijk uitziet, merk je nadat je de volgende vaste (of een andere steek) in de volgende steek hebt gehaakt. Duw de haaknaald nu door de volgende steek van het haakwerk en haak 1 vaste (of een andere steek naar keuze).
- Hoe langer de volgende steek, des te platter het moesje zal worden. Hoe korter de volgende steek, des te meer het moesje zal opbollen.
Variaties op het Puffsteek
Dit voorbeeld is slechts één van de vele manieren om een moesje te haken.
Je kan ook meer onafgemaakte halve stokjes haken dan hier aangegeven, dan krijg je een dikker, boller moesje.
Of haak juist minder onafgemaakte halve stokjes, dan krijg je een iets platter, minder vol moesje.
Je kan de moesjes ook naar de “verkeerde” kant van je haakwerk duwen, dat ziet er weer anders uit.