Een klassieke onderzetter: rond, makkelijk te haken en perfect voor als je wat garen overhebt. Deze ronde onderzetter heeft oppervlaktesteken in een spiraalpatroon – makkelijk te maken en het ziet er nog leuker uit.
Tamboereren, ofwel oppervlakte-haken, is een makkelijke techniek die in detail wordt uitgelegd na de instructies voor de onderzetter zelf.
Je kan de techniek gebruiken om allerlei haakprojecten een mooi patroon of accent te geven, bijvoorbeeld kleding of amigurumi.
De hier afgebeelde ronde onderzetter heeft een diameter van 9 cm en is gehaakt met het garen “Schachenmayr Catania” met een haaknaald van 3,0 mm. Met dikker garen en/of een dikkere haaknaald kan je een grotere onderzetter haken.
Gratis Haakpatroon voor Ronde Onderzetter
LET OP: Het patroon, in zijn geheel of gedeeltelijk, mag niet worden gepubliceerd, doorverkocht, vertaald, gewijzigd of op welke manier dan ook worden verspreid.
Gebruikte Technieken
Benodigdheden
Klik op de betreffende link om de materialen te bestellen (reclamelink).
- Kleuren: blauw, geel
- Dit patroon wordt gehaakt met het garen “Schachenmayr Catania” (100% katoen, lengte: 125 m, gewicht: 50 g, garendikte: Sport – 5-ply / Fine (2)) in de volgende kleuren:
- Pauw (Pfau (146)), Goud (Gold (249))
- Haaknaald van 3,0 mm
- Schaar
- Wolnaald
- Steekmarkeerder
Haak de Ronde Onderzetter
De ronde onderzetter wordt spiraalsgewijs gehaakt met vasten, halve stokjes en één halve vaste aan het eind, in de kleur Pauw. Wil je een grotere onderzetter haken, haak dan door tot het gewenste formaat en rond af met een halve vaste.
Vink de hokjes aan om bij te houden welke toeren en stappen je al hebt afgerond.
- Haak de ronde onderzetter in spiraal in de kleur Pauw.
- Toer 1: 1 v en 8 halve stokjes in de magische ring (9 steken).
- Toer 2: Vanaf nu haak je alleen halve stokjes. 2 halve stokjes in elke steek (18 steken).
- Toer 3: 2 halve stokjes in elke 2e steek (27 steken).
- Toer 4: 2 halve stokjes in elke 3e steek (36 steken).
- Toer 5: 2 halve stokjes in elke 4e steek (45 steken).
- Toer 6: 2 halve stokjes in elke 5e steek (54 steken).
- Toer 7: 2 halve stokjes in elke 6e steek (63 steken).
- Toer 8: Als je een grotere onderzetter wilt haken, sla deze toer dan over en haak verder met toer 9 (zie verderop). Haak maar 1 v en 1 halve vaste.
- Afwerken: Knip het garen af en werk het uiteinde weg.
Zelfs zonder de oppervlaktesteken is deze onderzetter al prima te gebruiken.
Als je een grotere onderzetter of pannenlap wilt haken, ga dan door met de volgende toeren totdat hij het gewenste formaat heeft.
- Toer 9: 2 halve stokjes in elke 7e steek (72 steken).
- Toer 10: 2 halve stokjes in elke 8e steek (81 steken).
- Toer 11: 2 halve stokjes in elke 9e steek (90 steken).
- Toer 12: 2 halve stokjes in elke 10e steek (99 steken).
- Toer 13: 2 halve stokjes in elke 11e steek (108 steken).
- Toer 14: Haak maar 1 v en 1 halve vaste.
- Afwerken: Knip het garen af en werk het uiteinde weg.
Tamboereren / Oppervlakte Haken met Halve Vasten
Tamboereren, ofwel oppervlaktesteken haken, is een vrij simpele techniek waarmee je bijna elk haakwerk kan versieren.
Let op voordat je begint met haken. Het is belangrijk om de volgende twee regels steeds te onthouden, zodat de onderzetter niet vervormt tijdens het haken:
- Gebruik voor het tamboereren altijd een haaknaald die even groot is als of groter is dan de haaknaald waarmee je het basis-haakwerk hebt gemaakt.
- Haak de oppervlaktesteken niet te strak, maar juist losjes op het haakwerk, want anders vervormt je werk.
Als je deze twee regels vanaf het begin aanhoudt, krijg je geen problemen met het eindresultaat.
- Stap 1: Haal het garen in de kleur Goud door het midden van het haakwerk. Maak het met een opzetlus vast aan je haaknaald. Trek aan de draad totdat de opzetlus in het gat verdwijnt. Je hebt nu 1 lus op je naald.
- Stap 2: Steek de haaknaald door een steek vlak naast het midden. Sla de draad om en haal deze draad door de steek waar je zojuist doorheen hebt gestoken én door de lus op je haaknaald. Je hebt nu je eerste oppervlaktesteek gehaakt. Zorg dat de lus waar je de draad doorheen haalt lang genoeg is. Anders wordt de oppervlaktesteek te kort en raakt je haakwerk vervormd.
- Stap 3: Ga op dezelfde manier verder met de steek ernaast en daarna met alle volgende steken tegen de klok in.
- Stap 4: Je kan tamboereren tot aan de buitenrand van de driehoek (zie foto), of je kan blijven doorhaken in de buitenste steken.
- Stap 5: Maak de spiraal af door een laatste oppervlaktesteek te haken in een steek van de vorige toer waar al een oppervlaktesteek zat. Knip daarna de draad af en werk de uiteinden weg.