Met oppervlaktesteken kan je het oppervlak van vrijwel elk haakwerk makkelijk verfraaien, zoals de naam al zegt.
Of je dat in strepen, zigzaglijnen of andere patronen doet, kan je helemaal zelf bepalen. Ook maakt het niet uit of je haakwerk heen en weer is gehaakt of in het rond met afgesloten of doorlopende toeren.
Klik hier om te leren hoe je tamboereert / oppervlaktesteken haakt met vasten en andere steken.
Tamboereren / Oppervlakte Haken met Halve Vasten
Gebruikte Technieken
Benodigdheden
Klik op de betreffende link om de materialen te bestellen (reclamelink).
- Kleuren: grijs, roze
- Dit patroon wordt gehaakt met het garen “Schachenmayr Catania” (100% katoen, lengte: 125 m, gewicht: 50 g, garendikte: Sport – 5-ply / Fine (2)) in de volgende kleuren:
- Steen (Stein (242)), Raspberry (Himbeere (256))
- Haaknaald van 2,5 mm
Niet Vergeten
Als je tamboereert, houd dan altijd de volgende regels in je achterhoofd voor het beste resultaat:
- Gebruik voor het tamboereren altijd een haaknaald die even groot is als de haaknaald waarmee je het basis-haakwerk hebt gemaakt, of groter.
- Haak de oppervlaktesteken niet te strak, maar juist losjes op het haakwerk. Als je de steken te strak of te dicht op elkaar haakt, gaat je haakwerk krullen.
Je kan natuurlijk ook een kleinere haaknaald gebruiken, maar dan moet je extra goed opletten dat je de oppervlaktesteken heel losjes op het haakwerk haakt.
Eenvoudige Oppervlaktesteken Haken
- Neem de haaknaald waarmee je het haakwerk hebt gemaakt en steek deze op de gewenste plek door het werk heen.
- Maak nu met het garen waarmee je de halve vasten wil tamboereren een opzetlus op de haaknaald aan de achterkant van je haakwerk.
- Haal nu de haaknaald samen met de opzetlus terug door de steek heen. Trek aan de twee draden aan de achterkant van de opzetlus, zodat die aan de achterkant blijft zitten (je kan dit ook later nog doen).
- Steek de naald door een steek ernaast. Het maakt niet uit of deze steek schuin of recht naast de eerste steek zit waar je doorheen hebt gestoken.
- Sla nu de draad aan de achterkant om de naald en trek hem door de steek en door de lus op je naald heen. Je hebt nu je eerste oppervlaktesteek gehaakt.
- Zorg dat je de halve vasten niet te strak haakt, anders kan je haakwerk gaan vervormen.
- Herhaal nu de vorige stappen zo vaak als nodig om het patroon te haken dat je wil.
- Aan de achterkant van de gehaakte halve vasten ontstaat ook een mooi patroon dat je kan gebruiken voor je haakprojecten.
Oppervlaktesteken op de Rand Haken
Oppervlaktesteken die aan de rand beginnen haak je, afgezien van het eerste stukje, op dezelfde manier als wanneer je in het midden begint.
Zorg ook hier dat je de halve vasten niet te strak haakt.
- Maak eerst een opzetlus op je haaknaald.
- Ga met de naald door de steek heen waarin je de oppervlaktesteek wil haken.
- Sla de draad aan de achterkant om de naald, haal hem door de steek waar je zojuist doorheen hebt gestoken en door de lus op je haaknaald. Je hebt nu je eerste oppervlaktesteek gehaakt.
- Tamboereer nu verder met halve vasten zoals gebruikelijk.
Lange Oppervlaktesteken Haken
Lange oppervlaktesteken haak je op dezelfde manier als in de vorige voorbeelden. Maar zeker bij lange oppervlaktesteken moet je er goed op letten dat je de halve vasten niet te strak haakt, anders gaat je haakwerk ongetwijfeld opkrullen.
- Ga met de naald door een steek heen waarin je een oppervlaktesteek wil haken. Maar anders dan bij de vorige voorbeelden maak je nu geen opzetlus, maar sla je de draad om de naald en laat je die er als een losse lus omheen zitten, zodat je de lengte van de oppervlaktesteek naar wens kan aanpassen.
- Steek de naald daarna door een steek op een afstand naar keuze, sla de draad om en haal door de steek en de lus op je haaknaald heen. Zorg er steeds voor dat je de steken niet te strak haakt.