Om te haken heb je twee essentiële dingen nodig: garen en een haaknaald. Maar wat de juiste haaknaald is hangt af van het garen dat je gebruikt, niet andersom.
Doorgaans kies je voordat je aan een project begint het garen uit – omdat het wordt aanbevolen in het patroon of omdat je het bijvoorbeeld zelf een mooie kleur/textuur/structuur vindt hebben.
Pas daarna zoek je de haaknaald uit die erbij past. We hebben het hier alleen over de maat van de haaknaald, niet over het merk, design, model of materiaal van de naald die jij fijn vindt.
Garenlabels
Nu je je garen hebt gekozen, zie je dat er een wikkel omheen zit waar allerlei labels op staan. Hoeveel informatie daarop staat verschilt per merk.
Aan het begin is het belangrijkste welke maat haaknaald je nodig hebt bij welke soort garen. Naast de naam van het garen, het merk, het gewicht, de lengte, onderhoudsinstructies en nog veel meer, staat ook het volgende teken erop. Het geeft aan welke maat brei- en haaknaald de fabrikant aanraadt voor dit garen.
Je vraagt je nu vast af:
- Wat betekenen al deze getallen en pictogrammen?
- Hoe weet ik of ik een haaknaald van 2,5 mm moet gebruiken of toch beter een van 3,5 mm?
- Maakt dat überhaupt een verschil?
- Kan ik ook andere haaknaalden gebruiken, die hier niet op staan?
Al die vragen gaan we nu beantwoorden.
Hoe Vind je de Juiste Maat Haaknaald
Ten eerste moeten we uitleggen wat elk cijfer inhoudt en hoe de dikte van een haaknaald gemeten wordt. In elk land wordt de dikte van haaknaalden in andere eenheden uitgedrukt. De twee belangrijkste manieren zijn het metrieke stelsel (dat in Nederland wordt gebruikt) en het Amerikaanse stelsel.
Metrieke stelsel: Haaknaalddiktes worden uitgedrukt in millimeters. Soms staat er ‘mm’ achter het cijfer, maar soms ook niet. Hoe hoger het getal, des te dikker is de haaknaald.
Voorbeeld: Een haaknaald ‘2,5’ betekent dat het een smalle naald is van 2,5 mm dik, terwijl een haaknaald waar ’10’ bij staat groter en 10 mm dik is.
Amerikaanse systeem: Het Amerikaanse systeem is iets ingewikkelder. De haaknaalden hebben natuurlijk dezelfde afmetingen als in het metrieke stelsel, maar ze worden met andere letters en/of cijfers omschreven. Daardoor zie je niet direct voor je hoe dik de haaknaald is. Maat ‘E’ is bijvoorbeeld geen maateenheid, waar de millimeters bij het metrieke stelsel dat wel zijn.
Of er nu B, C of D op de naald staat of 1, 2 of 3 – hoe verder/hoger de letter of het cijfer, des te groter is de haaknaald. Dus hoe lager het getal is of hoe eerder de letter in het alfabet staat, des te kleiner/fijner is de haaknaald.
Hieronder vind je een overzicht van de maten in het metrieke versus het Amerikaanse systeem:
Haaknaald Maten in Millimeter (mm) | US Haaknaald Maten |
1.00 mm | 10 steel |
1.25 mm | 8 steel |
1.50 mm | 7 steel |
1.75 mm | 4 steel |
2.00 mm | – |
2.25 mm | B/1 |
2.50 mm | – |
2.75 mm | C / 2 |
3.00 mm | – |
3.25 mm | D / 3 |
3.50 mm | E / 4 |
3.75 mm | F / 5 |
4.00 mm | G / 6 |
4.50 mm | 7 |
5.00 mm | H / 8 |
5.50 mm | I / 9 |
6.00 mm | J / 10 |
6.50 mm | K / 10.5 |
7.00 mm | – |
8.00 mm | L / 11 |
9.00 mm | M / 13 |
10.00 mm | N / 15 |
Verschillen bij het gebruik van verschillende Maten Haaknaalden
Nu je weet waar de cijfers op de wikkel voor staan, rest nog de vraag welke haaknaald je moet gebruiken binnen het opgegeven bereik. De kleinste haaknaald? De grootste haaknaald? Is er een verschil of kan je ook een haaknaald gebruiken die niet staat aangeduid?
Dit laten we zien met het garen van het begin van dit artikel (het heet ‘Catania’, van het merk ‘Schachenmayr’). Bij Catania staat op het label dat een haaknaald van 2,5 tot 3,5 (mm) wordt aangeraden.
Nu moet je binnen dit bereik een haaknaald uitkiezen. De fabrikant beveelt deze maten aan, dus je kan ervan uitgaan dat die geen problemen opleveren en je er gemakkelijk mee kan haken.
Maar wat is het verschil tussen de maten haaknaalden?
Algemeen geldt: Hoe kleiner de haaknaald, des te strakker/steviger en dus ‘dichter’ het uiteindelijke haakwerk wordt (dus zonder grote gaten). Hoe groter de haaknaald, des te losser de steken van je haakwerk worden en des te groter de openingen tussen die steken in.
Ter illustratie heb ik een simpel vierkantje van vasten gehaakt met het garen Schachenmayr Catania, met een haaknaald van 2,5, 3,0 en 3,5 (mm).
En datzelfde ook in het rond:
Zoals je ziet zijn de lapjes die zijn gehaakt met naald 2,5 een stuk strakker en kleiner zie je de witte achtergrond maar door een paar kleine gaatjes heen. Met een haaknaald van 3,0 mm haak je grover en is er meer van de witte achtergrond te zien.
Hier nog een keer alle vierkantjes van dichtbij:
En alle rondjes van dichtbij:
Tussen de lapjes met 2,5 en 3,5 zit het grootste verschil. Hier zie je dat er een stuk meer gaten zitten in het lapje met naald 3,5, het lijkt meer op een klein netje. Het lapje gehaakt met naald 2,5 lijkt meer op een gesloten stuk stof.
Je kan zelf kiezen voor een naald van 2,5 voor een dichter en strakker resultaat, een naald van 3,0, of zelfs van 3,5 voor lossere steken.
Jij bepaalt en er is geen foute keuze. Het gaat om je persoonlijke voorkeur en wat je fijner vindt, of hoe je wil dat je project eruit komt te zien.
Jouw eigen steken zullen er natuurlijk altijd anders uitzien dan op deze foto’s, want iedereen haakt op een andere manier. De een trekt de steken heel strak aan, de ander haakt juist iets losser.
Ook dit heeft invloed op je haakwerk, maar los daarvan krijg je met een kleinere haaknaald altijd een strakkere en met een grotere haaknaald altijd een lossere textuur.
Bij projecten die worden gevuld met vulmateriaal, zoals amigurumi, wordt doorgaans een kleinere haaknaald aangeraden, zodat de gaten in het haakwerk zo klein mogelijk blijven en je de vulling er niet doorheen ziet.
Maar als je bijvoorbeeld een luchtige zomersjaal wil haken, kan je beter een grotere haaknaald gebruiken voor een zachter, soepeler en luchtiger eindresultaat.
Te Kleine of te Grote Haaknaalden Gebruiken
Je kan uiteraard ook zelf kiezen of je een grotere of kleinere haaknaald gebruikt dan aangeraden. In theorie kan je elke haaknaald gebruiken waarmee je de draad kan oppakken. Als je een heel kleine haaknaald gebruikt, krijg je het probleem dat de haak de draad niet meer helemaal op kan pakken, waardoor de draad in tweeën splijt. Dan kan je die maat dus niet gebruiken.
Dit verschilt natuurlijk per soort garen en je moet het uitproberen om erachter te komen hoe klein de haaknaald kan zijn om er nog mee te kunnen haken.
Met grotere haaknaalden is het een ander verhaal. Hoeveel groter de haaknaald ook is, hij kan altijd het garen vastgrijpen. In theorie is er dus geen limiet, maar met een te grote haaknaald loop je wel tegen een ander probleem aan.
Hoe groter je naald is, des te groter ook de steken worden en daardoor kunnen die er onherkenbaar uitzien en hebben ze geen duidelijk patroon meer. Dat maakt het haken heel moeilijk omdat je steeds moet zoeken waar je steken zitten, het stekenpatroon verschuift en het ziet er gewoon niet mooi meer uit.
Ter illustratie zie je hier twee kettingen van lossen met hetzelfde garen en hetzelfde aantal steken, maar de ene is gehaakt met een haaknaald van 2,5 mm en de andere met een haaknaald van 12 mm.
Je kan dus eigenlijk een oneindig grote haaknaald nemen, maar of het ook logisch is, is een tweede.
Nu weet je voor welk garen je welke maat haaknaald moet gebruiken, hoe de maten van haaknaalden worden aangeduid, welk effect elke maat heeft op je haakwerk en de steken en welke haaknaalden je nog meer zou kunnen gebruiken.